Het leukste evenement van het jaar in West-Brabant. Met dit jaar ook nog eens een heel straf programma! Muziekjournalist Willem Jongeneelen stippelde voor zichzelf alvast een overvolle monumentale route uit met acht muzikale highlights voor de zaterdagavond. Op vrijdag warm gaat hij alvast warm draaien en conditie opdoen bij de klanken van Magnapop!

Magnapop (Gebouw-T)

Magnapop uit Atlanta, Georgia was begin jaren negentig even wereldnieuws in Nederland nadat ze een verpletterende indruk had nagelaten op Ein Abend In Wien en Michael Stipe van R.E.M. zich persoonlijk bemoeide met de productie van hun debuutalbum. Ook paste hun pakkende punkpopliedjes destijds precies in de hype die The Pixies niet zo lang daarvoor hadden gecreëerd. Werkt de muziek van zangeres Linda Hopper en gitariste Ruthie Morris en hun mannelijke ritmetandem anno 2019 nog net zo goed?

Novastar (De Maagd)

Nederbelg Joost Zweegers (geboren in Sittard, muzikaal al dertig jaar actief in Vlaanderen) is een popjongen, een echte liedjesman. Een van de velen waar The Beatles in de genen zitten, een van de weinigen die, mits op de juiste manier geïnspireerd en ontdaan van twijfels, ook daadwerkelijk weergaloze drieminuten popliedjes met een kop en een staart kan maken die niet uit het hoofd te branden zijn. The Best Is Yet To Come zong hij tevens op dat debuut. Welnu, het is zover. Met de songs van In The Cold Light Of Monday is Joost solo ook op zaterdagavond op zijn best.

Mozes and the Firstborn (Provoosthuis)

Hun laatste album heet Dadcore. Dat staat voor onbevangen popmuziek maken, gebaseerd op de plaatjes uit de kast van je vader. Live met wat extra decibellen, in de studio net ietsje subtieler. Goede hooks bedenken, het blijft een kunst op zich. Die liggen tegenwoordig ietsje verder weg van de gargagerock en psychedelica waar deze inmiddels eind-twintigers ooit mee startten. Culthits zijn het allemaal, noisy popparels! Dat in Amerika het toplabel Burger Records hun plaatjes uitbrengt bewijst dat ze dat daar over die plas ook heel goed snappen.

Under The Surface (Gertrudiskerk)

De jonge, klassiek geschoolde jazzzangeres Sanne Rambags (25, bekend ook van het onlangs met een Edison bekroonde trio Mudita) maakt met haar hoge, loepzuivere stem en gewaagd vrije repertoire met oosterse patronen en zelfbedachte klanken altijd diepe indruk. Dat zal in de Gertudiskerk niet anders zijn. Vrijheid lijkt het toverwoord voor het improviserende Under The Surface. Gitaarvirtuoos Bram Stadhouders bewijst zich ook gedienstig te kunnen opstellen en uiterst spaarzaam accenten te kunnen aanbrengen, drummer Joost Lijbaart voorziet de klanken van Sanne schijnbaar achteloos van vrije ritmiek, met ruisende schelpen en met strijkstokken bewerkte cymbalen.

Ian Siegal (Het Zwijnshoofd)

Britse bluesheld. Ongekend veelzijdig. Hij verraste mij al met een registratie van een solo-optreden in de Royal Albert Hall in Londen, een show in de North Sea Jazz Club begeleid door Nederlandse bandleden van The Rhythm Chiefs, een samenwerking met de broers Cody en Luther Dickenson (North Mississippi All Stars) en onlangs als lid van Braindogs, een in Budapest met gelegenheidsband opgenomen eerbetoon aan Tom Waits. Zanger/gitarist Ian Siegal blijkt steeds opnieuw over een gouden neus voor sterke begeleiders en songmateriaal te beschikken. Benieuwd wat zijn ‘unplugged’ solopassage op Popmonument gaat brengen!

Jan Verstraeten (Hofzaal – Markiezenhof)

Vlaamse singer-songwriter annex veelzijdig kunstenaar. Hij dicht, schildert, maakt sculpturen en installaties en laat disciplines in elkaar overlopen. In zijn hoofd zijn ze nauw verbonden. Tijdens zijn avonturen onder de naam Charlie Jones’ Big Band kon hij nog niet kon kiezen tussen rock, folk, soul en rootsmuziek als bijna dertiger weet hij veel beter hoe zijn Cheap Dreams te verpakken. Het schreef de songs als de soundtrack bij een roadmovie in zijn hoofd. Met veel stemmige strijkers, maar vooral ook naakt, loom, warm en verdomd stijlvol. Live is hij niet te versmaden, ook omdat hij naast zijn nieuwe eigen songs ook zomaar Destiny’s Child durft te coveren!

Crayon Sun (Provoosthuis)

Aldo Struyf fungeert al jaren als muzikaal leider van The Mark Lanegan Band. Daarvoor zat hij onder meer in Millionaire en was hij het creatieve brein achter Creature With The Atom Brain. Crayon Sun is de naam van het project dat hij opzette met zanger Dave Reniers, beter bekend als Big Dave, bluesman in hart en nieren. Hij speelt van jongs af aan op de harmonica en was lang frontman van The Electric Kings, de band die Chicago-blues van swing voorzag. Crayon Sun staat voor pure suspense als het trage, groovy psychedelische blues maakt met fraai vervormd spel op mondharp, gitaar en de nodige elektronica.

dirk. (Café Die Twee)

I only hate myself and I fuck things up’. Van die dingen. En dan overtuigend, luid en catchy. Boos met een glimlach. Spijkerhard en melodieus. In de bio noemen ze zich het ondankbare kind van Pavement, Fugazi en Weezer. En een filosoof die met modder gooit naar filosofen. Daar is geen speld tussen te krijgen. Frontman/zanger/bassist, en inderdaad filosoof, is Jelle Denturck. In een vorig leven was hij stand-up comedian en zanger van de poppy formatie Protection Patrol Pinkerton. Uit die band nam hij Pieter-Willem Lauwers mee voor de sierlijke gitaarpatronen. Die zitten hier stiekem onder powerdrumwerk, agressieve riffs, oerschreeuwen en zinvolle levensvragen verborgen.

Bazart (Gebouw-T)

Het succesverhaal van Bazart had ook iets griezeligs. De Nederlandstalige teksten van Mathieu Terryn werden massaal meegezongen op festivals, ook als die een aardedonker kantje bezaten. Massahysterie, je hebt het als band niet altijd in de hand. Vraag het Doe Maar maar eens. Is de hysterie wat verdwenen nu? De sound op hun tweede album is helder, de teksten wat minder zweverig. Toch zijn maar weinig Vlaamse groepen ook nu nog zo succesvol in hun taal. Hun duistere synthesizerpop wekt nog altijd gemakkelijk zowel de muzikale erfenis van Depeche Mode als Doe Maar tot leven. Wees op tijd!

Nog geen ticket? Klik hier!